Versnippering dreigt voor papieren erfgoed

Deventer heeft niet alleen  stenen monumenten die de herinnering aan het roemvolle verleden levend houden. In de binnenstad bevindt zich achter eeuwenoude muren ook nog waardevol papieren erfgoed, dat door onzorgvuldigheid en onverschilligheid verloren dreigt te gaan.

Het gaat om het Stadsarchief en de Athenaeumbibliotheek, beide gevestigd aan het Klooster, in hartje stad. Met name de bibliotheek heeft een unieke, Deventer overstijgende collectie, die zelfs vanuit het buitenland wordt geraadpleegd.

Bibliotheek en archief maakten tot 2015 deel uit van één organisatie. De gemeenteraad besloot die te scheiden. Het Stadsarchief valt sindsdien onder het Historisch Centrum Overijssel (HCO), de Atheneaumbibliotheek onder de openbare bibliotheek.

De VVD stemde tegen dit voorstel, omdat we grote zorgen hadden over versnippering van de unieke collectie en omdat de inwoners van Deventer geen gelegenheid hadden om in te spreken. Hierover hebben we eerder vragen gesteld.

Bij de splitsing hoorde een hoofdlijnennotitie, waarin staat dat de deelnemende partners bindende afspraken moeten maken over onder meer samenwerking, rolverdeling, prestaties en programmering. Deze zouden worden vastgelegd worden in zogenoemde arrangementsconvenanten. Verder was het de bedoeling dat volledig digitaal gewerkt en ontsloten zou gaan worden. Om dat voor elkaar te krijgen zou de gemeente een informatiemanager aantrekken.

De VVD krijgt nu signalen dat de beloofde samenhang in de collectie en de samenwerking tussen de kernpartners niet tot stand zijn gebracht en dat er geen bindende afspraken zijn gemaakt. Daardoor lijkt het erfgoed definitief versnipperd te raken, precies waar de VVD zich al enige tijd zorgen over maakt.

Het college zal er voor moeten zorgen dat er goede afspraken worden gemaakt, zodat de bibliotheek en het archief niets inboeten aan kwaliteit en hun unieke positie behouden. VVD-Raadslid Lars Wuijster heeft hier schriftelijke vragen over gesteld: ‘De tijd begint te dringen, als we nu niet in actie komen is het straks te laat.’