Leerlingen De Grote Brander op steeds grotere achterstand

Terwijl de instanties steggelen over een oplossing, raken de voormalige leerlingen van De Grote Brander in Okkenbroek op een steeds grotere achterstand. Onverteerbaar, vindt VVD-raadslid Eva Sipman, die aandringt op een snelle oplossing.

De leerlingen zijn leerplichtig en moeten dus ergens naar school. Tot de herfstvakantie kregen ze les op zorgboerderij De Grote Brander, maar daar zette de inspectie een streep door: ‘Zonder te kijken of er alternatieven zijn, want regels zijn regels en dan tel je als individuele leerling ineens een stuk minder mee. De onderwijswet biedt wel degelijk mogelijkheden om onderwijs te verzorgen voor deze leerlingen, maar moet je wel buiten de bestaande kaders durven denken. We kunnen ook niet te lang wachten. Ze staan nu al op een achterstand door gemiste lesuren en die wordt alleen maar groter.’

‘Volgens minister Slob zijn samenwerkingsverbanden verantwoordelijk voor het zorgen van een regionaal dekkend onderwijsaanbod. De vraag is echter wat er onder regio wordt verstaan. Het lijkt er hier op dat de regio is opgerekt van Apeldoorn tot Enschede. Het leidt ertoe dat deze leerlingen grote afstanden moeten afleggen, terwijl ze dat vanwege hun beperking helemaal niet kunnen. Nog even los van de problemen met het leerlingenvervoer.’

Het is vooral een centenkwestie, denkt Sipman: ‘Voor een leerling die een zogenaamde toelaatbaarheidsverklaring heeft gekregen ontvangt het samenwerkingsverband een bedrag van rond de €15.000 per jaar, met zeven leerlingen zijn de kosten voor een docent dus gewoon gedekt. Als deze jongeren volledig onder zorg vallen kost dat een ton per jaar, terwijl de jeugdzorg al behoorlijk knijp zit. De keuze lijkt me helder, maar die moet je dan wel durven en willen maken.’

De zorg verandert, de kosten moeten beheersbaar worden: ‘Dus als we met z’n allen de volgende stap durven zetten en ook deze groep aangepast onderwijs gaan bieden waar ze echt iets aan hebben is dat niet alleen winst voor hen, maar ook voor komende generaties, en niet te vergeten de gemeente Deventer.’