De voltallige
gemeenteraad heeft in juli dit jaar het college opgeroepen om vaart te maken
met het ontwikkelen van Deventer als logistieke hotspot. Uit het antwoord
blijkt een totaal gebrek aan besef van urgentie. Dat kan de belangen van
Deventer ernstig schaden, denkt VVD-gemeenteraadslid Lars Wuijster.
Deventer ligt op een
strategisch punt, aan (spoor)wegen en de IJssel. Handel maakte Deventer groot
in het Hanzeverbond. Aan die strategische ligging is tot de dag van vandaag
niets veranderd. De haven, revitalisering van het Akzo Nobel terrein en de
A1-locatie bieden Deventer grote mogelijkheden om werkgelegenheid te bevorderen
en de stad verder tot bloei te laten komen. Niet voor niets heeft de provincie
Deventer aangewezen als logistieke hotspot.
Dit gebeurt echter
niet vanzelf; het vraagt om grote betrokkenheid, lef en investeringen. Bedrijfsleven
en gemeente moeten vanuit een gezamenlijke visie samen optrekken.
Verleiden en helpen van bedrijven om zich in Deventer te vestigen, is erg belangrijk. Passende grondprijzen, snelle vergunningverlening, korte lijnen met de provincie en een bestuur met lef en doorzettingsvermogen zijn een paar essentiële ingrediënten.
De gemeenteraad ziet
dit ook en nam in juli 2016 een motie aan, om vóór de behandeling van de
begroting in beeld te brengen hoe we bedrijven verleiden en helpen. Dit was van
groot belang, omdat de Raad zo eventueel geld kon reserveren voor verbetering.
In plaats van te
handelen stuurt het college de raad een raadsmededeling waarin weinig meer
wordt gedaan dan opsommen wat er nu al gebeurt. Daaruit blijkt een totaal
gebrek aan besef heeft van urgentie. De VVD heeft daarom gevraagd om dit
onderwerp opnieuw te bespreken. We willen bovenal weten, waarom het college
niet wil ingaan op een verzoek van de gemeenteraad.
Lars Wuijster