‘Het eerste wat me opviel’, zegt Hunger, ‘is dat sinds ik zelf op de middelbare school zat, leerlingen niet echt veranderd zijn. Ze praten nog steeds liever met hun buren dan met de docent, niet iedereen had zijn boek bij zich en ook zat niet de hele klas op te letten.’
Hunger volgde op Het Slatink een les levensbeschouwing, en vak dat in haar schooltijd nog niet bestond. Het thema was ditmaal ethiek, een onderwerp dat aan de hand van een aantal praktische casussen werd behandeld: ‘Het ging bijvoorbeeld over een meisje dat met haar vriend in de kroeg zit, als een andere jongen haar probeert te versieren. Daar is haar vriend uiteraard niet van gediend. Dat maakt hij de ander duidelijk met zijn vuisten, waarmee hij de ribben van zijn rivaal breekt. Slechts drie leerlingen vonden dat echt buiten proporties, en geen van de meisjes viel over het feit dat haar vriendje haar als een bezit behandelde. De docent stelde deze aspecten van de casus vervolgens aan de orde. Voor mij heeft deze les in ieder geval nut en noodzaak van een vak als levensbeschouwing duidelijk gemaakt.’
Eerder die dag was Hunger te gast op De Linde, een school voor Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) die in mei een nieuwe locatie aan de Rubensstraat heeft betrokken: ‘Het gebouw is helemaal aangepast aan de eisen die deze tijd stelt aan modern en eigentijds onderwijs. Voor de leerlingen tussen de 12 en 20 jaar met een IQ lager dan 55 zijn onder andere goede praktijklokalen ingericht. Dit is voor deze leerlingen buitengewoon belangrijk, ze kunnen daardoor zo goed mogelijk worden toegeleid naar werken en dagbesteding, maar ook naar het inrichten van hun vrije tijd, wonen en deelnemen aan de samenleving.’
’s Avonds praatten Hunger en een aantal andere raadsleden met onder meer de besturen van de Vrije School, de Deventer Leerschool en het Evangelisch Onderwijs: ‘Helaas ontbrak de nieuw in Deventer gevestigde islamitische school. Op zijn zachtst gezegd een gemiste kans. Hoe dan ook ben ik door deze ervaringen gesterkt in mijn overtuiging dat we als samenleving sterk moeten blijven inzetten op onze jeugd.’