Nog maar enkele dagen geleden herdachten we de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog, en vierden we de bevrijding. Belangrijke momenten, ook voor wie de bezetting niet heeft meegemaakt. Het is dan ook goed, dat er in de gemeente Deventer plekken zijn waar stilgestaan kan worden bij het leed dat oorlog en onderdrukking met zich meebrengen. Daar moet je dan alleen wel bij kunnen.
De BelangenverenigingBathmen heeft zijn zorgen uitgesproken over plannen die de gemeente heeft om grond rond het Westerhuis, het voormalige gemeentehuis, aan de nieuwe eigenaar van het pand over te doen. Het betekent, dat zowel het oorlogsmonument als de befaamde boom van Belcampo op particulier terrein komen te staan.
Deze markante gedenktekens spelen een bijzondere rol in de Bathmense gemeenschap. Ze markeren het vertrekpunt van de jaarlijkse herdenkingsstoet naar de Canadese begraafplaatsen. Ook leggen hier elk jaar op 4 mei de Oranjecommissies Bathmenen Loo en de gemeente Deventer op 4 mei kransen, ter nagedachtenis aan de naar Auschwitz en Sobibor weggevoerde leden van de familie Polak, de gevallen Canadezen en de gesneuvelde Bathmenaren.
Gemeenteraadslid Daaf
Ledeboer vindt het maar een vreemde gang van zaken: ‘Dit soort monumenten hoort
gewoon in de openbare ruimte en niet in iemands tuin achter een hek. Het lijkt
me een taak van de gemeente, en daar heb ik het college ook op aangesproken, te
garanderen dat de monumenten het hele jaar door vrij toegankelijk blijven en
daar ook op toe te zien.’