Wie gaat bloeden voor het speelgoedmuseum?

Het speelgoedmuseum is oubollig, de gemeente moest bezuinigen en de gemeenteraad had ambities. Met deze ingrediënten begon een jarenlang proces waarin de politiek niet in staat bleek om de regie te voeren, met veel frustratie en verlies aan tijd tot gevolg.

Het begon met ambitie. Het huidige speelgoedmuseum was te duur en de collectie werd onvoldoende getoond. Het idee was om het huidige pand af te stoten en verschillende locaties in de gemeente te gebruiken voor wisselende tentoonstellingen. Minder geld in stenen en meer collectie laten zien.

Voor een aantal fracties in de stad was dit proces niet voldoende, er werd opdracht gegeven om een zelfstandig speelgoedmuseum te ontwikkelen. De stad werd opgeroepen om met initiatieven te komen en die kwamen. Verschillende plannen werden gepresenteerd en uiteindelijk werd besloten dat het speelgoedmuseum in het oude Hegius of in de schouwburg zou komen.

Gedurende dit proces vonden directiewisselingen plaats bij het Deventer Verhaal en dienden zich nieuwe locaties aan, waaronder het kantongerecht aan de Brink. Spelregels werden tijdens de wedstrijd aangepast, niet langer stond de beleving van kinderen centraal, maar nostalgische gevoelens.

 De VVD vindt dat de speelgoedcollectie en de historische collectie samengevoegd moeten worden. Deze collectie wordt beheerd door het Deventer Verhaal. Zij zijn het beste in staat om te bepalen hoe die getoond kan worden. De rol van de gemeenteraad zou beperkt moeten blijven tot het beschikbaar stellen van het geld, zonder bemoeienis met de locatiekeuze.

Een aantal partijen heeft zich uitgesproken om het geld vrij te willen maken (jaarlijks €300.000 en € 1,5 miljoen eenmalig). De VVD besluit pas als er een goede dekking is gevonden want iemand anders zal moeten bloeden. We zijn zeer bezorgd dat het geld dat nodig is voor de verbouwing – net zoals bij de Viking – weer zal uitdraaien op de zoveelste bezuiniging op de bibliotheek, Burgerweeshuis of muziekverenigingen in de dorpen.