Uit het jaarlijkse woonlastenonderzoek blijkt dat Deventer en Lelystad koploper zijn met stijging van woonlasten. Hoogste tijd om die te verlagen, vindt de VVD.
Iedere keer dat het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (Coelo) haar jaarlijkse woonlastenonderzoek publiceert, moet het college uitleggen dat de afvaltarieven verkeerd zijn berekend. Over deze complexe betrekeningen kan je discussiëren, maar het college pikt het signaal dat de totale woonlasten hoog zijn onvoldoende op.
De woonlasten voor woningeigenaren zijn in absolute termen het hoogste in Delft (€846) en Deventer (821,06) en het laagst in Den Haag (€ 549). De gemiddelde woonlasten in Deventer stijgen met 4,5% het hardst van alle Nederlandse gemeenten.
In Deventer is de rioolheffing één van de hoogste van het land en er wordt geen onderscheid gemaakt naar één of meerpersoonshuishoudens.
Ook met een OZB-
stijging van 3,4% zitten we in de landelijke top. Met name huurders en
verhuurders zijn de klos.
In de begroting van
de gemeente Deventer 2017-2020 staat dat de OZB-tarieven jaarlijks stijgen met
3%. Dit in tegenstelling tot een gemiddelde inflatie van 0,2% in de jaren
2014-2016 en een extreem lage rente.
Het is niet langer te
rechtvaardigen dat de trendmatige verhoging van de OZB al jaren meer is dan de
inflatie. De OZB is geen melkkoe of wondermiddel om gaten in de financiële
huishouding van de gemeente te dekken. De VVD zal tijdens de behandeling van de
voorjaarsnota 2017 voorstellen doen om dit gat te repareren en zodoende de
woonkosten niet verder te laten stijgen.