‘Het is goed voor Deventer als de ramen weer opengaan’, stelt VVD-raadslid Daaf Ledeboer. ‘De sluiting heeft gezorgd voor overlast en toenemende onveiligheid, doordat prostituees vanaf andere locaties zijn gaan werken. Van ontvangst aan huis in “normale” wijken en buurten tot tippelen op straat. Toezicht van veiligheids-, hulp- en gezondheidsdiensten is hierdoor bemoeilijkt. De Kern, belast met het uitstapprogramma voor prostituees, zei vorige maand in een gesprek met de raad, dat het sinds de sluiting veel meer moeite kost in contact te komen met de doelgroep. Er is sprake van een forse verschuiving naar het illegale circuit.’
De VVD stelt wel dat er toezicht moet blijven op de ramen: ‘Verwevenheid met het illegale circuit op de loer. Voldoet een eigenaar of exploitant niet aan de strenge eisen die de wet stelt, dan is het terecht dat een vergunning wordt ingetrokken.’
Ledeboer heeft burgemeester en wethouders de volgende vragen gesteld:
1. Deelt het college het uitgangspunt ten aanzien van de prostitutie zoals hiervoor genoemd?
2. Hoe wordt de toepassing van de Wet Bibob door de burgemeester afgestemd op het bereiken van deze doelstelling?
3. Welk antwoord willen we als raad geven op het verwijt uit de gemeenschap dat we in de praktijk een beleid voeren dat gericht is op het sluiten van de ramen?