Hunger wil nu weten of het college alsnog bereid is om bijvoorbeeld via marktconsultatie te komen met alternatieve voorstellen voor afvalverwerking: ‘De wethouder stelt Diftar voor als methodiek ter ondersteuning van reductie van restafval. In den lande blijkt echter dat Diftar steeds vaker geen gunstig effect heeft op het volume van restafval. Waarom denkt het college dat dit in Deventer niet zal gebeuren?’
Een mogelijk alternatief is volgens Hunger omgekeerd inzamelen, waarbij huishoudens voor het scheiden van hun afval worden beloond met meer service: ‘Al het gescheiden afval wordt dan opgehaald, maar de burger moet zijn restafval zelf naar een centraal inzamelpunt brengen.’
Ze mist in het beslisdocument ook duidelijkheid over wat Diftar gemeente en burgers gaat kosten, en of het meehelpt om de doelstellingen te behalen: ‘Kan het college aantonen dat deze methodiek uiteindelijk leidt tot een integrale kostprijsverlaging, terwijl de structurele kosten voor uitvoering al direct met ruim € 100.000 stijgen? Als Diftar een succes is, zal de komende jaren een toenemend beroep worden gedaan op de milieustraat. Logischerwijs heeft dit gevolgen voor de tarieven. Wat gebeurt er als twee jaar na de invoering blijkt dat de tarieven voor de milieustraat en de overige brenglocaties niet uit kunnen? Andere gemeenten die Diftar invoerden liepen al tegen dit probleem aan. Kan het college garanderen dat de eerste vijf jaar na start invoering van Diftar deze tarieven niet stijgen?’
‘In economische tijden als deze vraagt de invoering van Diftar een investering van ruim 2 miljoen’, zegt Hunger, ‘om precies te zijn € 2.525.659,- , terwijl de ingeschatte financiële voordelen gemiddeld € 9,60 per huishouden bedragen. En dat terwijl ook nog eens geen garanties kunnen worden gegeven over de reductie van restafval per huishouden, en we ook nog eens geen gedetailleerde kostprijsberekening hebben mogen ontvangen. De VVD vindt dit uiterst onverstandig.’
In het coalitieakkoord voor de periode 2010-2014 is afgesproken dat de gemeente zwerfafval aanpakt, en de hoeveelheid restafval in 2030 terugbrengt van 150 kilo per inwoner per jaar naar 25 kilo. De ambities van de VVD gaan verder: ‘Wij willen toe naar een afval- en hergebruiksysteem met een maximaal milieurendement, dat mens en milieu nu en op de lange termijn zo min mogelijk belast, tegen zo laag mogelijke kosten.’