Na het drama rond Werkmakelaar Oost heeft zich
een nieuw debacle voorgedaan in het sociale domein. Van de plannen die het commerciële
bedrijf Peeves zei te hebben om de voedselbank te steunen is niets
terechtgekomen. De vraag is nu of het geld dat de gemeente erin heeft gestoken
terugkomt.
Het gaat om minder dan het miljoen dat
Werkmakelaar Oost de gemeente heeft gekost, maar de 25.000 euro die de gemeente
in Peeves stak blijft een boel geld, vinden de VVD-raadsleden Eva Sipman en Harm
Korendijk. Ze hebben namens hun fractie vragen over deze kwestie gesteld aan verantwoordelijk
wethouder Kolkman.
De zaak kwam al in augustus aan het licht, na
onderzoek door De Stentor. De krant ontdekte dat uit de zogenaamde
Klijnsma-gelden, bestemd om kinderen voor wie meedoen niet vanzelfsprekend is
een steuntje in de rug te geven, geld naar het commerciële bedrijf ging, op
basis van naar nu blijkt boterzachte beloften. In Deventer zijn daardoor kinderen
met een achterstand de dupe.
Het idee was dat wie via Peeves eten bestelde,
iets voor de voedselbank aan de bezorger mee zou geven. Peeves zou dan zorgen
dat het op zijn bestemming kwam. Daar kwam in de praktijk niets van terecht.
Destijds was dat voor VVD, PvdA, GroenLinks en Deventer Sociaal aanleiding om
vragen te stellen. Peeves kreeg daarop van de wethouder tot vandaag de gelegenheid
om zijn zaakjes te regelen.
De Stentor bericht nu dat de voedselbank er
niet meer in gelooft en de samenwerking met Peeves, voor zover die er al was,
heeft opgezegd. Dat moet volgens Sipman en Korendijk consequenties hebben. ‘De
wethouder heeft op vragen uit de raad al in augustus geantwoord dat de subsidie
is verleend vanuit de gedachte dat dit initiatief veel op kan leveren voor de
Deventer voedselbank’, zegt Sipman. ‘Ook in de prestatieafspraken met Peeves
staat: U werkt nauw samen met Voedselbank Deventer.’
‘Nu die samenwerking er niet meer is’, zegt
Korendijk, ‘voldoet Peeves niet meer aan de eisen. We verwachten dat de
wethouder woord houdt, het geld terugvordert - en zorgt dat het dit keer wel
terechtkomt bij de kinderen voor wie het bedoeld is. Het zou ook goed zijn om
uit dit tweede debacle binnen een jaar de les te trekken dat je als gemeente
niet zomaar met ieder bedrijf in zee moet gaan dat gouden bergen belooft voor
kwetsbare groepen in de Deventer samenleving.’